Humanitaire werkers steeds meer politieke pasmunt in Jemen?

Analyse

Repressie tegen hulpverleners door Houthi's

Humanitaire werkers steeds meer politieke pasmunt in Jemen?

Een behandelingscentrum voor cholera van Artsen Zonder Grenzen in Aden.

Een behandelingscentrum voor cholera van Artsen Zonder Grenzen in Aden.

In het zwaar hulpbehoevende Jemen hebben Jemenitische hulpverleners het almaar moeilijker. Minstens 54 medewerkers van grote internationale ngo’s en VN-organisaties werden in juni vorig jaar willekeurig opgepakt door de Houthi’s. Een gevoelige kwestie voor de humanitaire sector die voorlopig met de rug tegen de muur lijkt te staan.

In januari 2025 stierf hulpverlener Ahmed Baalawi in een cel in de Jemenitische noordwestelijke provincie Saada, de thuishaven van de Houthi’s. Baalawi werkte al sinds 2017 voor het Wereldvoedselprogramma van de VN. Hij was samen met 7 andere medewerkers opgepakt door de Houthi’s, de de facto autoriteit in Noord-Jemen.

De omstandigheden waarin hij stierf blijven onbekend tot vandaag. Zijn dood viel haast cynisch samen met de aankondiging van de VN om hun operaties in Saada op te schorten, omwille van de onveilige omstandigheden voor humanitaire werkers.

‘De zware repressie tegen lokale humanitaire werkers in Jemen, vooral in Houthi-gebied, is echt ongezien en uitzonderlijk’, vertelt de Belgische Olivier Vandecasteele van Protect Humanitarians. We ontmoeten elkaar in hartje Brussel, in een koffiehuis vlakbij zijn voorlopige kantoor zonder vergaderruimte. Met zijn organisatie, die hij in 2024 oprichtte, bieden Vandecasteele en zijn team juridische en praktische bijstand aan de internationale humanitaire sector, gericht op een betere bescherming van humanitaire werkers in conflictgebieden.

Geen overbodig initiatief: almaar vaker worden hulpverleners die wereldwijd in conflictgebieden werken vervolgd door autoriteiten of milities. Jemen spant de kroon volgens Vandecasteele. Met zekere regelmaat werden in de voorbije jaren tot vandaag Jemenitische medewerkers van internationale ngo’s, VN-organisaties en diplomatieke missies opgepakt.

Medewerkers worden gebruikt in een politiek spel van de autoriteiten om controle te krijgen over de internationale ngo’s èn om druk uit te oefenen op buitenlandse spelers.

Opvallend is de arrestatiegolf door de Houthi’s van juni 2024. Meer dan 50 ngo-medewerkers en meer dan 10 VN-medewerkers werden opgepakt. Vandecasteele heeft weet van 54 mensen die vandaag zonder rechtspraak worden vastgehouden, vaak op onbekende plaatsen.

Vooral in Noord-Jemen waar de Houthi’s de plak zwaaien, worden humanitaire werkers geviseerd. Volgens de Houthi’s zelf kaderden de arrestaties van vorig jaar in een ‘veiligheidscampagne’ om ‘een Amerikaans-Israëlisch spionagenetwerk bloot te leggen’. Onzin, zeggen internationale organisaties, het betreft hier willekeurige arrestaties. Medewerkers worden gebruikt in een politiek spel van de autoriteiten om controle te krijgen over de internationale ngo’s èn om druk uit te oefenen op buitenlandse spelers, zo klinkt het.

Gevoelig dossier

In mei 2025 vond in Brussel, onder covoorzitterschap van de Europese Unie en Zweden, een zevende humanitaire top voor Jemen plaats. In de aanloop daarvan riepen 29 internationale ngo’s die in Jemen opereren op om de veiligheidsproblemen voor de humanitaire werkers hoog op de agenda te zetten.

Een oproep die zeker gehoord wordt bij ECHO, het directoraat-generaal van de Europese Commissie dat instaat voor internationale humanitaire hulp. De verslechterende operationele omstandigheden in Jemen vormden op de Europese hulptop voor Jemen immers een van de hoofdpunten. Niet alleen de willekeurige arrestaties en de dood van een hulpverlener stonden op de agenda, ook de bewegingsbeperkingen voor hulpverleners – met name voor Jemenitische vrouwelijke hulpverleners – en de inbeslagname van humanitaire middelen in het hele land werden aangehaald.

Opvallend is echter de gevoeligheid van het dossier. Weinig organisaties, maar ook de families van gevangen Jemenieten zelf, tonen zich bereid om on the record te spreken over de opgepakte Jemenitische humanitaire werkers. De angst om de Houthi’s voor de borst te stoten en zo de veiligheid van medewerkers in het gedrang te brengen overheerst. De humanitaire sector lijkt in Jemen dus met de rug tegen de muur te staan.

Noord- versus Zuid-Jemen

In Jemen hebben internationale hulporganisaties te maken met diverse actoren die de toegang tot hulp kunnen verlenen of belemmeren: de Houthi’s in het noorden, de eerder afwezige Internationaal Erkende Regering (IRG) die de controle heeft over het zuiden, en lokale milities die gebruikmaken van het machtsvacuüm in het zuiden.

‘Er wordt vooral, en terecht, naar de Houthi’s gewezen, maar het is belangrijk om te weten dat het in andere regio’s ook niet goed loopt.’

'De situatie in de twee gebieden verschilt erg', zegt Emmanuel Massart die voor Artsen Zonder Grenzen hoofd is van de missie in Aden, de administratieve hoofdstad van Zuid-Jemen. ‘Noord- en Zuid-Jemen kan je beschouwen als twee verschillende landen met elk hun eigen uitdagingen, regels, wetten, werkwijzen en noden.’

‘Er wordt vooral, en terecht, naar de Houthi’s gewezen, maar het is belangrijk om te weten dat het in andere regio’s ook niet goed loopt’, zegt de gerenommeerde Britse Jemenexperte Helen Lackner tegen MO*. ‘De IRG-regio bijvoorbeeld is een erg gefragmenteerd gebied waar veel verschillende splintergroepen actief zijn. Er is ook een groot verschil tussen landelijk – vaak veiliger – gebied en eerder stedelijk gebied. Aden, de grootste stad van Zuid-Jemen, bijvoorbeeld, wordt zeer sterk gecontroleerd door de zuidelijke afscheidingsbeweging (STC of Southern Transitional Council, red.). De STC treedt eveneens zeer repressief op tegenover iedereen die niet meegaat in hun verhaal’.

Toch blijft de grootste uitdaging het noorden, ook het dichtst bevolkt gebied van het land. ‘In het noorden zijn er alvast meer belemmeringen voor het internationaal humanitair werk’, legt Emmanuel Massart uit. ‘Of het nu gaat om visa- en werkvergunningen, of om nieuwe programma’s te ontvouwen, we ondervinden veel grotere controle van de Houthi’s.’

Houthi-invloed in hulpprogramma’s?

Volgens Vandecasteele is er ook sprake van beïnvloeding door de Houthi’s in de humanitaire programma’s op hun grondgebied. De Houthi’s zouden hebben ingegrepen door programma’s van internationale organisaties al dan niet toegang te verlenen. ‘Programma’s die gaan over emancipatie en mensenrechten krijgen minder evident toegang, en bepaalde gebieden krijgen meer of net minder hulp dan andere, zo begrijp ik uit gesprekken. Politiek gebruiken de Houthi’s dit om de internationale gemeenschap onder druk te zetten, met het oog op regionale geopolitieke doeleinden.’

De relatie tussen hulporganisaties en autoriteiten in conflictgebieden is een gevoelig onderwerp waarover binnen de internationale hulpsector al heel wat inkt is gevloeid. Zo kreeg de VN voor zijn positie in Syrië heel wat kritiek over zich heen. VN-organisaties en internationale ngo's plooiden zich volgens kritische stemmen, zowel buiten als binnen de humanitaire sector, naar een regime dat zelfs de meest basale internationale afspraken aan zijn laars lapte.

Volgens Vandecasteele en zijn medewerkers heeft de humanitaire sector te lang gedacht dat onderhandelingen achter de schermen tot de vrijlating van hun medewerkers zouden leiden. En, klinkt het, ook de versterkte machtspositie van de Houthi in de regionalisering van het conflict, via de aanvallen op schepen in Bab el Mandeb, de Zeestraat tussen Jemen en Djibouti, speelt uiteraard een rol.

Impact

Sommige organisaties die MO* informeel sprak, zien Jemenitische medewerkers vertrekken omwille van veiligheidsredenen. Vooral vrouwelijke hulpverleners die extra worden geviseerd gooien de handdoek in de ring. AZG voelt die impact nog niet.

‘AZG behandelde vorig jaar 35.000 ondervoede kinderen, waarvan 13.000 kinderen werden opgenomen in ziekenhuizen.’

Massart wijst wel op de hoogdringendheid om Jemen niet uit het oog te verliezen. ‘Niet alleen de VS trekt zich terug, ook België kondigde aan minder te geven. Groot-Brittannië, Duitsland en Frankrijk zetten al stevig de schaar in hun financiële hulp aan Jemen.’ Maar de humanitaire noden zullen niet verdwijnen in Jemen, zegt Massart, integendeel. ‘Om een illustratie te geven: AZG behandelde vorig jaar 35.000 ondervoede kinderen, waarvan 13.000 kinderen werden opgenomen in ziekenhuizen. Dat is enorm en dat zijn de kinderen die AZG kan bereiken…’

Zowel Massart als Lackner wijzen op de impact van de Israëlische en Amerikaanse bombardementen in de voorbije maanden. Bij bombardementen in maart en april werd de belangrijke doorvoerhaven van Hodeida zwaar beschadigd. Daarmee raakt de hulplijn voor voedsel in Jemen, een land waar volgens het VN-Wereldvoedselprogramma 17 miljoen mensen voedselonzeker zijn, in gevaar.

Tegelijk zette de Amerikaanse president Donald Trump de Houthi’s opnieuw op de lijst van buitenlandse terroristische organisaties, zegt Lackner. ‘Dat heeft wel degelijk impact op de hulplijnen, want hulporganisaties moeten met de Houthi’s onderhandelen over de levering van voedsel en medicijnen aan de bevolking.’

Anders gezegd: het kan leiden tot de criminalisering van de hulp in Houthi-gebied. Hulporganisaties die onderhandelen met de Houthi’s riskeren financiële sancties of zelfs strafrechtelijke vervolging.

Kan EU als grootste donor druk zetten?

Hulporganisaties trokken al aan de alarmbel over de precaire veiligheidssituatie maar werken eerder achter de schermen – via onderhandelingen met de Houthi’s – om hun medewerkers vrij te krijgen. Een maat voor niets, zo blijkt. Minder dan een handvol hulpverleners die werden opgepakt, kwam intussen vrij.

De buitenwereld blijft ook in het duister tasten waar en in welke omstandigheden hulpverleners worden vastgehouden. Humanitaire organisaties dienen zich te houden aan de zogenaamde zorgplicht, die ertoe moet leiden dat humanitaire hulpverleners veilig en effectief hun werk kunnen doen, zonder hinder of geweld.

Cruciaal, zegt Vandecasteele: ‘Ik weet uit ervaring en begrijp dat humanitaire interventies niet altijd zo eenvoudig verlopen, dat je snel moet schakelen. Maar die verantwoordelijkheid voor het personeel blijft: je kan die als organisatie niet dumpen onder de stelling dat “onveilige omstandigheden nu eenmaal tot de risico’s van het vak behoren”.’

Vandecasteele kijkt ook naar de EU om druk te zetten op de Houthi’s. Dat heeft alles te maken met het wegvallen van het Amerikaanse agentschap voor internationale ontwikkeling USAID. Sinds 2015 was USAID de grootste humanitaire donor voor Jemen, goed voor bijna 6 miljard dollar tot 2024.

De EU mag dan met een toezegging van 80 miljoen euro voor 2025 een kleinere donor van Jemen zijn, het is vandaag wel de grootste en meest stabiele donor voor Jemen. ‘Het is dus aan de EU om positie in te nemen’, zegt Vandecasteele.

‘De EU geeft een aanzienlijk bedrag aan Jemen, dus het is belangrijk om een onderhandelingsplan te hebben om zaken voor die mensen op de korte termijn te verbeteren. Je hoeft daarom niet meteen in een soort van onwrikbare “voorwaardenhulp” stappen. Maar de autoriteiten moeten begrijpen dat ze niet alles in handen kunnen hebben: de boter, het ontvangen geld van de boter én de zuivelfabriek.’