Bert Engelaar
Nooit meer oorlog
“‘‘Echte vrede is niet spectaculair’’


‘Nooit meer oorlog’ werd op menig monument in steen gebeiteld na 1945. Het was een dure eed, die vandaag vergeten lijkt. Op de dag dat de Kamercommissie Buitenlandse Zaken in spoed bijeenkomt over Gaza, wijst ABVV-secretaris Bert Engelaar op de zinloosheid van het geweld overal ter wereld.
In de vroege ochtend hangt een nevel over de dorpen waar de oorlog geen naam meer heeft. Mensen bewegen traag, met handen die de lucht aanraken op zoek naar zekerheden die allang verdampt zijn. Kinderen spelen in straten die ooit markten waren, hun stemmen zijn het enige dat nog durft te breken in een wereld die moeizaam ademt.
Op de rand van Soedan, tussen puin en stof, ligt een kapot fietsje met linten die zachtjes dansen in de wind. In Gaza worden de huizen kleiner, niet omdat ze instorten, maar omdat de dromen van de bewoners minder ruimte vragen. Oekraïense velden zijn bedekt met zonnebloemen die hun koppen buigen, niet voor de zon, maar voor herinneringen aan wie niet meer terugkeerde.
De oorlog in Jemen ruikt naar metaal en onuitgesproken beloftes, terwijl in Myanmar de rivieren vol zitten met woorden die nooit in gebeden zijn veranderd. Tigray heeft zijn kleuren verloren, maar niet zijn verlangen naar regen.
De wereld heeft zijn buik vol van minuten stilte. Het verlangt naar dagen vol gewone geluiden.
Op een ochtend zal iemand een deur openen zonder de angst dat de lucht trilt van explosies. Een moeder zal haar kind aankleden zonder te denken aan de kelders waar ze zich schuilhielden. In de lege straten van Rafah zal een oude man zijn stoel buiten zetten, niet om de soldaten te tellen, maar om het licht te voelen op zijn gezicht.
De oorlog verdwijnt niet met handtekeningen, maar met de manier waarop mensen elkaar aankijken zonder reserves. Vrede komt niet in colonnes van tanks, maar in de fluistering van een vrouw die haar kinderen leert hoe het klinkt wanneer de stilte ongevaarlijk is.
Ergens op deze aarde wacht een dorp dat zijn naam nog niet kent. Misschien groeit het tussen de ruïnes van Charkiv, of aan de rand van Mekelle, of in een vluchtelingenkamp dat ooit een stad was. Het is een plek waar men opnieuw leert wat het betekent om in de nacht te slapen zonder angst voor sirenes.
De wereld heeft zijn buik vol van minuten stilte. Het verlangt naar dagen vol gewone geluiden: het druppen van een kraan, het vouwen van was, het kraken van brood. De echte vrede is niet spectaculair. Ze sluipt zachtjes, bijna onhoorbaar, door de kieren van huizen waar men allang vergeten was hoe het voelt om niet bang te zijn.
Wanneer de oorlog zwijgt, is er geen fanfare. Enkel de adem van mensen die beseffen dat ze overleven niet meer hoeven te oefenen. Dan zal de wind opnieuw brieven dragen waarin niets anders staat dan: “Ik ben veilig.”
Nooit meer oorlog begint in het klein, daar waar een kind op een drempel zit en niets doet behalve ademen. Zonder angst. Zonder herinnering aan hoe het was. Enkel daar.
Bert Engelaar is algemeen secretaris van het ABVV.
De meningen en standpunten in deze opiniebijdrage zijn die van de auteur en weerspiegelen niet noodzakelijkerwijs die van de MO*redactie.