Heeft sociaal protest in Frankrijk echt kans op slagen?
‘We moeten de vlam van het protest brandend houden’

Duizenden demonstranten in Parijs op 10 september, tegen de aangekondigde besparingsmaatregelen van president Macron.
© Jerome Gilles / Nur Photo

Duizenden demonstranten in Parijs op 10 september, tegen de aangekondigde besparingsmaatregelen van president Macron.
© Jerome Gilles / Nur Photo
De rellen in de banlieues, de gele hesjes en dit jaar nog Bloquons Tout: woede-uitbarstingen en sociaal protest waren in Frankrijk de voorbije jaren talrijk. MO* trok naar Parijs om uit te zoeken of ze ook iets hebben opgeleverd.
De zon heeft moeite om door te breken op deze herfstdag, maar het zachte briesje voelt aangenaam aan wanneer we metrostation La Défense buiten wandelen. De ondergrondse reis van het noorden naar het westen van de Franse hoofdstad brengt je in een mum van tijd naar een totaal andere omgeving. Dit is het zakencentrum van Parijs. Het contrast met arme en tumultueuze volksbuurten zoals La Chapelle of Stalingrad, vlak bij Paris Nord, is groot.
De route voor voetgangers is met hekken en afsluitingen strak afgebakend. Alleen het geluid van werkzaamheden doorbreekt af en toe de ochtendrust. Tussen de wolkenkrabbers is er nog een stuk open grond waar mannen in oranje en gele hesjes druk in de weer zijn om een nieuw gebouw uit de grond te stampen. De meeste bouwvakkers, zo niet allemaal, hebben een migratieachtergrond. Toch lijkt het geroep van media en politiek over thema’s als migratie en islam hier niet echt van tel te zijn.
In deze buurt heeft Samir Bousnina een boetiek. In een vorig leven was hij sociaal werker, maar sinds 2015 is hij activist en lid van QG Decolonial, een mediacollectief dat politieke en maatschappelijke kwesties bekijkt door de lens van de koloniale geschiedenis en raciale machtsverhoudingen. Bousnina presenteert het wekelijkse online-programma Paroles D’Honneur.
Bousnina was dertig toen in 2005 een hevige opstand uitbrak in de voorsteden van Parijs. Aanleiding was toen de dood van twee tieners, Zyed Benna (17) en Bouna Traoré (15). De twee jongens raakten geëlektrocuteerd nadat ze op de vlucht waren geslagen voor een politiecontrole. Dat gebeurde op 25 oktober in de Parijse voorstad Clichy-Sous-Bois. De opstand verspreidde zich snel over driehonderd gemeenten in Frankrijk en hield bijna drie weken aan. Het werd wereldnieuws.
‘Ik woonde toen in een wat je echt een volkswijk kunt noemen’, zegt Bousnina. ‘En ik heb gekke dingen gezien. Het leek wel oorlog, een minioorlog. De noodtoestand werd afgekondigd. Maar het was ook een kantelmoment, want iedereen was ervan overtuigd dat het zo niet verder kon. Ook de volwassenen. Ze steunden de vernielingen niet, maar ze hadden begrip voor de woede van de jongeren.’
Bousnina ziet een langere geschiedenis van onderdrukking en frustraties. ‘We hebben de kolonisatie gehad, de slechte behandeling van de eerste generatie migranten tijdens en na de koloniale periode, Nicolas Sarkozy (in 2005 minister van Binnenlandse Zaken, red.) die sprak over het “tuig” in de buitenwijken die “met een hogedrukreiniger moesten worden schoongespoeld”. Er waren Charles Pasqua (voormalig minister van Binnenlandse Zaken, red.) en andere politici die ons slechts zagen als werkkrachten en die ons nooit als volwaardige burgers zouden beschouwen.’
Maar de rellen hebben littekens achtergelaten, een trauma dat het bewustzijn heeft doen ontwaken.
‘Er is een ware obsessie met de islam. De racistische en antimoslimretoriek is mainstream geworden. We kunnen niet meer het verschil maken tussen rechts en extreemrechts.’Yazid Arifi, activist QG Decolonial
Het is geen toeval, zegt Bousnina, dat in 2005 de PIR (de Parti des Indigènes de la Republique) ontstond, de voorganger van QG Decolonial. Het had geen boodschap aan het morele antiracisme van organisaties als SOS Racisme, het ging resoluut voor het politiek antiracisme.
‘Ik denk dat wij allemaal een wonde met ons meedragen’, zegt Bousnina. ‘Een wonde die we van onze ouders geërfd hebben, maar die we niet konden herkennen. De wonde van de kolonisatie, maar ook van de migratie. Ik ben zelf van Algerijnse afkomst. Migratie is geen toeval, ze is nauw verbonden met kolonisatie. Het is niet zo dat een groep mensen op een dag ontwaakte en besloot om te migreren.’
De opstand in de voorsteden in 2005 had wel degelijk impact. Hij heeft geleid tot meer politiek bewustzijn bij mensen met een migratieachtergrond en tot een reflectie over de banlieues, ook in de media. Maar twintig jaar later blijft de vertegenwoordiging in de massamedia ondermaats en de beeldvorming negatief, ondanks tal van initiatieven in en vanuit de volkswijken.
Dat blijkt uit een studie van ARCOM, de Franse waakhond van de audiovisuele sector en mediasector, die vorig jaar verscheen. Mensen uit de volkswijken verschijnen in slechts vijf procent van de totale mediaoptredens, zegt de studie, en in 48 procent van de gevallen gaat het om mensen die geen werk hebben.

François Boulo, ex-woordvoerder van de Gele Hesjes: ‘We hebben te maken met een politieke elite die al veertig jaar de lakens uitdeelt en die ervan overtuigd is de waarheid in pacht te hebben.’
© Quentin Bondade-Vernault / Nur Photo
Eén blok, één volk
In het 19de arrondissement, een van de meest diverse maar armere buurten van Parijs, bevindt zich het lokaal van Paroles D’Honneur, in een gebouw dat onderdak biedt aan verschillende organisaties. Elke maandag wordt van hieruit een uitzending de wereld ingestuurd via YouTube en andere sociale media.
‘We bereiken elke week meer dan 100.000 mensen. Dat is niet niets’, zegt Yazid Arifi trots. De sociaal ondernemer en consultant in strategie is, net als Samir Bousnina, actief bij het collectief QG Dekolonial. ‘We hebben ook een eigen tijdschrift met de naam nous’, vertelt hij.
Het discours in de Franse politiek en media is over het algemeen sterk naar rechts opgeschoven, stelt Arifi vast. ‘Er is een ware obsessie met de islam. De racistische en antimoslimretoriek is mainstream geworden: van debatten over kledingvoorschriften, de uitzetting van imams, de sluiting van moskeeën, de beperking van de vrijheid van meningsuiting en godsdienst tot de huiszoekingen en de vervolging van moslims die zich hebben ingezet voor Palestina. We kunnen niet meer het verschil maken tussen rechts en extreemrechts.’
Ook buitensporig en dodelijk politiegeweld blijft een strijdpunt voor de inwoners van de volkswijken. In 2023 waren er opnieuw rellen, in de voorstad Nanterre, nadat de 17-jarige Nahel Merzouk doodgeschoten werd door een politieagent. De tiener zou niet willen hebben stoppen voor een verkeerscontrole.
Blok vormen
Maar protest en mobilisatie kwamen de voorbije jaren niet alleen vanuit de volkswijken. Er was ook protest van andere groepen: witte gemarginaliseerde mensen uit de steden en uit landelijke gebieden. Burgers die sociologe Clara Deville, die aan het Cesaer onderzoek doet naar marginalisering in landelijke gebieden, de ‘gedomineerden’ noemt.
De gelehesjesbeweging is daar een goed voorbeeld van, de volksmobilisatie voor meer koopkracht en tegen fiscale onrechtvaardigheid die het licht zag in 2018. Ze eist onder andere dat burgerreferenda ingevoerd worden als systeem van directe democratie. Burgers zouden op die manier het initiatief kunnen nemen en via zo’n referendum een wet kunnen uitvaardigen, intrekken of de grondwet aanpassen, zonder dat daarvoor de goedkeuring van het parlement of van de president nodig is.
De gelehesjesbeweging is erg wit gebleven, ook al gaan haar eisen over zaken die alle inwoners van de volkswijken aanbelangen. ‘De uitdaging vandaag is om deze twee golven van mobilisaties samen te brengen, zodat ze een blok kunnen vormen dat werkelijk tegenmacht biedt’, zegt Yazid Arifi.
‘De toekomst is wat wij ervan maken. Als we de nadruk leggen op wat ons verdeelt, is het evident dat we uiteindelijk met elkaar zullen vechten.’François Boulo, ex-woordvoerder gelehesjesbeweging
Vandaar de oproep ‘Faire bloc, faire peuple’ (vrij vertaald: blok vormen, volk vormen) waarmee op 16 november gemanifesteerd werd, om samen twintig jaar opstand in de voorsteden én zeven jaar gele hesjes te herdenken. De oproep werd op 22 maart gelanceerd door Amal Bentounsi, een prominent figuur in de strijd tegen politiegeweld – en ook kandidate voor La France Insoumise op de kieslijst van de aanstaande lokale verkiezingen. Verschillende kleine linkse organisaties sloten zich bij de oproep aan, net als enkele gezichten uit de gelehesjesbeweging.
Maar de oproep kreeg weinig respons. Verrassend is dat niet. Het is niet de eerste keer dat er opgeroepen wordt tot solidariteit tussen verschillende groepen. De protesten in de banlieues waren spontane woede-uitbarstingen zonder leiding of structuur. Ook de gele hesjes vormden een horizontale beweging, die bovendien – zacht uitgedrukt – vermoedelijk weinig betrokkenheid voelen bij kwesties als racisme of politiegeweld. Voor de deelnemers aan de protesten in de banlieues is traditioneel sociaal protest dan weer een ver-van-hun-bedshow.

Protest van de gele hesjes in 2020. ‘Het ongenoegen onder de witte bevolking biedt ook een kans aan mensen met een migratieachtergrond.’
© Jan Smidt-Whitley / Le Pictorium
Toch ziet Arifi de oproep van 22 maart als een mijlpaal. Hij stelt vast dat de gele hesjes, die in het begin werden geassocieerd met extreemrechts, nooit extreemrechtse eisen hebben gesteld.
‘Ze hebben het bijvoorbeeld op geen enkel moment gehad over migratie of veiligheid,’ zegt hij, ‘wel integendeel. De mensen die bijna twee jaar lang op de rotondes stonden of die op zaterdagen meeliepen, waren vooral gehecht aan de erkenning van hun waardigheid als mens en aan de erkenning van hun recht op een rustig leven met een behoorlijke koopkracht.’ Dit bewijst, zegt hij, dat het ongenoegen onder de witte bevolking objectief gezien een kans biedt aan de mensen met een migratieachtergrond om samen een alliantie te vormen.
Voor François Boulo, ex-woordvoerder van de Gele Hesjes en auteur van Reprendre le pouvoir, is elk initiatief dat mensen samenbrengt en tot verzoening leidt, het steunen waard. ‘De toekomst is wat wij ervan maken’, zegt hij. ‘Als we de nadruk leggen op wat ons verdeelt, is het evident dat we uiteindelijk met elkaar zullen vechten.’
Verval
Boulo ruilde in maart 2025 zijn beroep als advocaat in om als journalist aan de slag te gaan, met een eigen YouTube-kanaal en een politiek project. Zijn ambitie is een mediaplatform uit te bouwen waarin experts en burgers aan oplossingen werken en op die manier een tegenmacht vormen en alternatieven bieden.
‘Frankrijk is al een tijdje in verval’, zegt de ex-advocaat. ‘Net als andere Europese landen is ons land nooit hersteld van de grote economische crisis van 2008. Dat heeft geleid tot een stijging van de werkloosheid, een verslechtering van de openbare diensten en een daling van de levensstandaard van een steeds groeiend aantal mensen. We behoren niet meer tot de top drie welvarende landen van Europa.’
Er is daarbovenop een gedeeld gevoel dat burgers niet gehoord worden. Een sterk symbolisch voorbeeld dat Boulo en andere activisten noemen, is het referendum van 2005 over de Europese Grondwet. De Fransen wezen die met een meerderheid van 55 procent af, maar Nicolas Sarkozy drukte hem in 2007 toch door via een stemming in het parlement.
‘Daarna waren er de sociale bewegingen die niet gehoord werden’, zegt Boulo. ‘Vandaar de woede, vandaar de beweging Nuit Debout in 2016 tegen de arbeidswet, de gele hesjes in 2018 en 2019, de actie Bloquons Tout in september 2025. En het protest tegen de pensioenhervorming twee jaar geleden, die ondanks de afwijzing van tachtig procent van de werkende mensen en zestig procent van de bevolking toch doorgedrukt werd door president Macron.’
‘Mensen hebben het gevoel dat manifesteren geen impact heeft, dat petities ondertekenen nutteloos is en dat stemmen geen enkele zin heeft’, zegt Boulo. ‘En voor wie nog twijfels had, is er Macron om al het vertrouwen in verkiezingen te ondermijnen. Want hij blijft ministers uit zijn eigen politieke kamp benoemen, ondanks een zware nederlaag bij de parlementsverkiezingen van 2024. We hebben te maken met een politieke elite die al veertig jaar de lakens uitdeelt en die ervan overtuigd is de waarheid in pacht te hebben. In haar ogen is het volk dom. Zij ziet het als kinderen die niet weten wat hun eigen belang is.’
‘Zo’n redenering zou nog werken als de economie goed draaide en er welvaart was. Maar dat is niet het geval. De mensen zijn boos en stemmen steeds meer op partijen die in hun ogen voor verandering staan. Zo heeft Marine Le Pen van het Rassemblement National twee keer de tweede ronde van de presidentsverkiezingen gehaald, in 2017 en in 2022.’
Volgens een recente peiling in opdracht van de krant Le Figaro is de steun voor president Macron verder gedaald. Maar de centrumrechtse partijen lijken nu meer dan ooit open te staan voor een cohabitatie met extreemrechts. De kans dat extreemrechtse politici als Marine Le Pen of Jordan Bardella (sinds september 2021 voorzitter van het Rassemblement National) de Franse republiek zullen leiden, is volgens waarnemers reëel.
De kwesties van migratie, identiteit en islam verdelen de Fransen enorm. Maar het gaat om meer dan dat, benadrukt François Boulo. ‘We hebben een niveau van verdeeldheid en polarisatie in de Franse samenleving bereikt waarop de verschillende kampen elkaar zijn beginnen te haten. Bij de verschillende politieke blokken ontbreekt het bovendien aan echte ideologie en diepgaande reflectie. Politiek draait tegenwoordig meer om persoonlijkheden dan om politieke programma’s, en iedereen is in dat bedje ziek.’
Toch is er in Frankrijk een sociale beweging die zeer dynamisch, sociaal en antiracistisch is, stelt Yazid Arifi op zijn beurt vast. Een beweging die nog verder uitgebouwd moet worden.
Het stemt hem optimistisch dat de linkse partij La France Insoumise van Jean-Luc Mélenchon op dezelfde lijn zit wat betreft kwesties als islamofobie, Palestina en antiracisme, naast haar inzet voor de sociale eisen. De dekoloniaal activist verwacht bij de komende verkiezingen een echte confrontatie tussen wat hij ‘de strijdbare linkse beweging’ noemt, die volgens hem belichaamd wordt door La France Insoumise, en het Rassemblement National van Marine Le Pen en Jordan Bardella.
‘Politiek gezien is het voor ons een strijd op leven en dood. Daarom moeten we de vlam van het protest brandend houden.’
Deze reportage werd geschreven voor MO*158, het winternummer van MO*magazine. Vind je dit artikel waardevol? Word dan proMO* voor slechts 4,60 euro per maand en help ons dit journalistieke project mogelijk maken, zonder betaalmuur, voor iedereen. Als proMO* ontvang je het magazine in je brievenbus én geniet je tal van andere voordelen.
Word proMO*
Vind je MO* waardevol? Word dan proMO* voor slechts 4,60 euro per maand en help ons dit journalistieke project mogelijk maken, zonder betaalmuur, voor iedereen. Als proMO* ontvang je het magazine in je brievenbus én geniet je van tal van andere voordelen.
Je helpt ons groeien en zorgt ervoor dat we al onze verhalen gratis kunnen verspreiden. Je ontvangt vier keer per jaar MO*magazine én extra edities.
Je bent gratis welkom op onze evenementen en maakt kans op gratis tickets voor concerten, films, festivals en tentoonstellingen.
Je kan in dialoog gaan met onze journalisten via een aparte Facebookgroep.
Je ontvangt elke maand een exclusieve proMO*nieuwsbrief
Je volgt de auteurs en onderwerpen die jou interesseren en kan de beste artikels voor later bewaren.
Per maand
€4,60
Betaal maandelijks via domiciliëring.
Meest gekozen
Per jaar
€60
Betaal jaarlijks via domiciliëring.
Voor één jaar
€65
Betaal voor één jaar.
Ben je al proMO*
Log dan hier in
