Kan Rwanda de kaart van de Grote Meren hertekenen?

Reportage

Afrikaanse landen erfden kunstmatig en willekeurig getrokken grenzen

Kan Rwanda de kaart van de Grote Meren hertekenen?

Officiële grensovergang tussen Congo en Rwanda in Goma.

Officiële grensovergang tussen Congo en Rwanda in Goma.

De inname van Goma en Bukavu in Oost-Congo door de rebellen van M23 past wellicht ook in het prekoloniale idee over het Grote Rwandese Koninkrijk. Maar duidelijke historische argumenten om de grens tussen Congo en Rwanda te hertekenen zijn er volgens historica Gillian Mathys niet.

Begin dit jaar voltooide de rebellengroep M23, in samenwerking met het Rwandese leger, een zorgvuldig opgebouwd offensief met de inname van de twee provinciehoofdsteden Goma en Bukavu. De huidige crisis voelt na drie decennia oorlog misschien weinig verrassend aan, maar verschilt wezenlijk van eerdere operaties. Hoewel een inwoner van Goma ouder dan dertig al vijf keer door Rwanda gesteunde milities door de stad zag trekken, wijst alles erop dat M23 ditmaal van plan is te blijven.

Dat bevestigt professor Godefroid Muzalia van het Institut Supérieur Pédagogique in Bukavu. Volgens Muzalia is de operatie ook politiek beter voorbereid. ‘Vandaag kan je voor het eerst over een bezetting spreken’, stelt hij. Kort na de inname van Goma en Bukavu werden lokale bestuurders gerekruteerd, politieagenten opnieuw opgeleid en belastingen geïnd.

De troepen van M23 konden vervolgens makkelijk oprukken richting Butembo en Beni in het noorden. Maar op twintig kilometer van Butembo werd vermoedelijk een bestand met Oeganda gesloten. Het is dus niet M23, maar het Oegandese leger dat sindsdien het gebied tussen Lubero en Bunia, de hoofdstad van Ituri, controleert.

Officieel is het Oegandese leger daar op vraag van de Congolese overheid, maar door de zwakte van het Congolese leger kon president Félix Tshisekedi deze ‘hulp’ moeilijk weigeren. De onzichtbare grens bij Lubero, die een Rwandese van een Oegandese invloedzone lijkt te scheiden, doet ook Muzalia vermoeden dat de buurlanden hierover afspraken maakten. Zo lijkt een aanzienlijk deel van Oost-Congo effectief verdeeld te zijn tussen Rwanda en Oeganda.

Prekoloniale geschiedenis

Toen veel Afrikaanse landen in de jaren ’50 en ’60 onafhankelijk werden, erfden ze kunstmatig en willekeurig getrokken grenzen. Koloniale machten hadden het continent met brute pennentrekken onder elkaar verdeeld. Daarbij werd geen rekening gehouden met bestaande bestuursstructuren of culturele en taalkundige gemeenschappen.

Dat was ook zo in de regio van de Grote Meren. Duitsland en België kwamen in 1910 tot een akkoord over de grens die vandaag nog steeds Congo, Rwanda, Burundi en Oeganda van elkaar scheidt. ‘Die grens maakte zowel etnische als nationale identiteiten onbuigzamer en exclusiever’, zegt professor Gillian Mathys, historica aan de UGent. In haar boek Fractured Pasts in Lake Kivu’s Borderlands (2025), toont ze hoe historische en hedendaagse banden tussen gemeenschappen in het grensgebied nauw met elkaar verweven zijn.

Ze beschrijft ook hoe het Belgische kolonialisme mee aan de basis ligt van het hardnekkige beeld van de Congolezen die Kinyarwanda spreken, de taal die in Rwanda wordt gebezigd, als “eeuwige immigranten” in Congo. De discriminatie van deze groepen wordt door Rwanda én M23 aangehaald als reden om in Oost-Congo ‘orde op zaken te stellen’.

Kaarten van vóór de Conferentie van Berlijn (1884–1885) suggereren dat de Kivu-provincies historisch tot het Rwandese koninkrijk behoorden. Die prekoloniale geschiedenis wordt door Rwandese politici, maar ook door online stemmen, aangehaald om inmenging in Congo te legitimeren. Bovendien maakt die visie sinds 2014 deel uit van het Rwandese onderwijs, in de vorm van burgerschapslessen in middelbare scholen. 

Fluïde grenzen, complexe identiteiten

Het idee van een Groot Rwanda dat ook delen van Congo zou omvatten, is niet nieuw. ‘Het dook al op tijdens de Eerste Congolese Oorlog (1996 – 1997; red.),’ zegt Mathys, ‘maar zeker ook in periodes waar er geen militaire inmenging was van Rwanda.’

In 1964 besloten de jonge Afrikaanse staten, via de voorlopers van de Afrikaanse Unie, de koloniale grenzen niet in vraag te stellen uit vrees voor nieuwe conflicten. De focus lag toen op eenheid en samenwerking. ‘Daar was een goede reden voor’, aldus Mathys. ‘En vandaag bestaan er geen duidelijke historische argumenten die de hertekening van de grens tussen Congo en Rwanda zouden kunnen rechtvaardigen.’

De historica wijst erop dat de koloniale grenzen gefixeerd zijn, terwijl prekoloniale grenzen fluïde en veranderlijk waren. De kaarten die nu circuleren op sociale media zijn gemaakt door Europeanen en historisch voor discussie vatbaar. ‘Wat je het Rwandese koninkrijk noemt, hangt sterk af van de gekozen momentopname en van wat de definitie van “grens” of “rijk” is. Kijk je naar militaire controle, economische afhankelijkheid of culturele invloed?’

Sommige gemeenschappen in het huidige Congo en Oeganda stuurden bijvoorbeeld goederen naar de Rwandese mwami, of chef. Waren dat belastingen of diplomatieke giften? ‘Een gift kan ook een strategisch gebaar zijn om vrede te bewaren met een machtigere buur. Maak je dan deel uit van een rijk, of ben je gewoon pragmatisch?’

Grenzen trekken op basis van taal of cultuur is evenmin eenvoudig. ‘In Rwanda wordt soms aangenomen dat wie het Kinyarwanda sprak automatisch tot het Rwandese koninkrijk behoorde. Maar ook binnen de bredere gemeenschap van Kinyarwanda-sprekers waren er groepen die zich autonoom of onafhankelijk hadden georganiseerd.’

En hoe definieer je dan wat ‘Congolees’ was, want dat kreeg pas betekenis met de komst van koloniale grenzen. Wie nu de grenzen van Rwanda of Congo historisch probeert vast te leggen, botst onvermijdelijk op tegenstrijdige interpretaties en onoplosbare vragen, waarschuwt Gillian Mathys.

Deze reportage werd geschreven voor MO*156, het zomernummer van MO*magazine. Vind je dit artikel waardevol? Word dan proMO* voor slechts 4,60 euro per maand en help ons dit journalistieke project mogelijk maken, zonder betaalmuur, voor iedereen. Als proMO* ontvang je het magazine in je brievenbus én geniet je tal van andere voordelen.